dinsdag 29 januari 2008

de voortuin... begin der werken

Vandaag werd er eieieieieieieindelijk de eerste hand gelegd aan onze toekomstige voortuin. Na lang aandringen bij de grondwerker die nooit kwam opdagen, werd de verharde ondergrond van de vroegere asfaltoprit weggegraven. (Door een andere grondwerker uiteraard...

september 2006




April 2007


Juli 2007


Januari 2008

zaterdag 26 januari 2008

Oei : Messevichters ?!!!


De Tremelonaars krijgen de naam MESSEVICHTERS of MOORDENEERS. Reeds bij J. Cornelissen vinden we het volgende opgetekend:
"De inboorlingen van dit dorp heten vichters, erger nog moordeneers, omdat zij de naam en faam hebben zeer twistziek te zijn en gaarne te vechten. In hun vechtpartijen speelt het mes dikwijls een vreselijke rol en vallen er niet zelden doden. 't Is vooral langsheen de weg van Baal naar Tremelo, een brede zandbaan, dat een schuwe, vechtlustige bevolking woont in lemen hutjes".
bron: J. CORNELISSEN, Nederlandsche volkshumor op stad en dorp, land en volk, Antwerpen, 1929.

Meerdere auteurs hebben over de Tremelonaars als Messevechters geschreven. In DE BRABANTSE FOLKLORE nr. 247, van september '85, vindt U daarover een artikel van Norman Decat. Rik Wouters, Tremeloos volkskundige nummer 1, die in zijn werk Tremelore 1900 niet minder dan twintig bladzijden wijdt aan de vechters, kan echter ook relativeren:
"De Tremelonaars kregen in de tweede helft van vorige eeuw de spotnaam Messevichters. Om zulke bedenkelijke reputatie te verwerven moet er wel een en ander gebeurd zijn. En werkelijk, de gendarmen van Haacht hadden meer dan hun handen vol met die van Tremelo. De advokaten te Leuven ook. De rechtbank hoorde praktisch elke week het dialekt van over de Dijle en de Laak. Toch moeten zulke feiten geplaatst worden in tijd en landschap. Deze gemeenschap mag dan barbaarse exponenten gekend hebben, ze was hoegenaamd niet slechter dan elders".
Bron: R. WOUTERS en A. VERHOEVEN, Tremelore 1900, Haacht 1989

Architectuur en geschiedenis van het huis.

Er is ons niet veel bekend over de geschiedenis van de woning. Maar de vorige eigenaar heeft het in eigendom gekregen op 4 november 1947. Of er toen al sprake was van een woning of enkel over de grond is ons niet bekend. In ieder geval is het huis in delen gebouwd en mogelijks zelfs rond delen van een oudere woning.
Onder de vloer van de keuken vonden bij onze werken de resten van een andere vloer die toch wel heel wat lager gelegen was.

Ook bij de graafwerken buiten werden er stukken van gemetste muur teruggevonden. Aan de achtergevel zat er nog een stuk fundering in de grond. Uit goede bron hebben we vernomen dat er hier vroeger nog een "witloofkot" stond.
Op bepaalde plaatsen zijn er nog "naden" te zien van vroegere deuren. Ook bleek er vroeger in de kinderkamer een tweede deur te zijn geweest naar de gang. Langs hier werd dan vroeger het hooi naar de zolder gebracht.
Bij het verwijderen van de oude glas-in-loodramen hebben we ook de isolatie aangetroffen die destijds werd gebruikt. Het waren kranten uit de maanden september en oktober 1951.
Het omliggende weiland(zoals te zien op het verkavelingsplan) was allemaal in eigendom van dezelfde boer. Dit werd verkaveld en ondertussen zijn de 4 stukken bouwgrond allemaal bebouwd. Het achterliggende weiland is nog niet verkaveld en voorlopig zonder bestemming. Wij hopen van harte dat dit natuurlijk zo blijft en dat we dit mooie uitzicht kunnen behouden...


Wat betreft de architecturale stijl is de woning een langgevelhoeve.
Typisch voor armere streken – kempen en Hageland – is de hoevebouw volgens het principe “alles onder één dak”: de woon- en bedrijfsruimten en stallingen zijn naast elkaar onder één dak gegroepeerd. Waar mogelijk richt men de voorgevel van de hoeve naar het zuiden, om zo maximaal de zonnewarmte te benutten. Dit is ook zo bij onze woning, zij staat dan ook met de voorgevel haaks op de straat. Omdat de stal zich dadelijk naast het woongedeelte bevindt, kunnen de koeien letterlijk vanuit de keuken gevoederd worden. Bij ons zijn er uiteraard geen koeien meer. Als bouwmateriaal wordt meestal leem gebruikt, vanaf het einde van de 19e eeuw baksteen.

Tremelo

Geschiedenis van Tremelo

Tremelo was een verzameling gehuchten die kerkelijk tot 1783 en gemeentelijk tot 1837 verbonden waren met Werchter.
In de vroege Middeleeuwen was Tremelo onder Werchter afhankelijk van de graven van Aarschot en de Berthouts. Tijdens de twaalfde eeuw kwam het gebied echter in handen van de hertog van Brabant. Vanaf de dertiende eeuw maakte het deel uit van het rechtsgebied van de heren van Rotselaar.

Op de gehuchten Veldonk, Kruis en Ninde ontstonden een aantal kapellen waar een priester op sommige dagen de mis kwam lezen. Tremelo zelf was een kleiner gehucht, ongeveer gelegen waar zich nu het dorpscentrum bevindt.

In 1489 werden zeven gehuchten van het huidige Tremelo, net zoals Werchter en Haacht, grotendeels verwoest door de terugtrekkende Mechelaars. Deze hadden Aarschot aangevallen omdat zij partij hadden gekozen tegen Maximiliaan van Oostenrijk. In 1542 gebeurde hetzelfde door de krijgslieden van Maarten van Rossum, en werden ook de Tremelose wijngaarden en deze uit de wijde omgeving verwoest.

Op 7 maart 1734 werd op een Veldonkse hoeve Simon Wouters geboren. Hij zou later een grote rol spelen in de geschiedenis van Tremelo. In 1755 trad hij toe in de abdij van Park te Heverlee waar hij in 1778 tot abt werd verkozen. Hoewel er rond deze periode reeds drie kapellen in de gemeente waren moesten de inwoners nog steeds naar Werchter voor de Heilige misviering. Dit was vooral in de winter een hele karwei. De misnoegde inwoners wendden zich tot Simon Wouters die resoluut de bouw van een nieuwe kerk weigerde. De inwoners besloten een proces in te spannen tegen de abdij. De rechtbank deed een uitspraak en de heer Wouters werd veroordeeld tot de bouw van een kerk. In 1781 gaf hij hiertoe de opdracht. Na twee jaar was de kerk afgewerkt en werd ze door de abt ingewijd.

In 1789 barstte de Franse Revolutie los en ook Tremelo werd door de Franse soldaten onder de voet gelopen. In 1796 werden de klokken uit de kerktoren gehaald en kerkschatten geroofd en verkocht.

Op 12 mei 1837 werd Tremelo een onafhankelijke gemeente. Het kwam los van Werchter na jarenlange discussie en vele processen.

Tijdens de eerste wereldoorlog kende Tremelo rampzalige dagen toen de Duitsers meer dan 200 huizen afbrandden. Na de oorlog keerde de rust terug in onze gemeente.







Vorig jaar werd Pater Damiaan verkozen als grootste Belg. Het is dan ook niet te verwonderen dat Jozef De Veuster de bekendste inwoner is van dit dorpje.